トラップ torappu
1 (Eng.: trap) val; strop; klem; valstrik; valluik
2 (Eng.: trap) sifon; stankafsluiter (in leidingen)
3 (Eng.: trap) stoomafsluiter
4 (Eng.: trap) katapult; werpmachine (b.v. bij kleiduivenschieten)
5 (Eng.: trap) bij voetbal, het stoppen van de bal (met de voet of borst)