落花 rakka
1 vallende [gevallen] bloesems [bloemblaadjes]
Spreekwoord(en)/gezegde(s)
落花枝に返らず(, 破鏡再び照らさず)
Gedane zaken nemen geen keer. (lett. gevallen bloesems gaan niet terug naar de tak, en een gebroken spiegel kan men niet meer laten glanzen)
Gedane zaken nemen geen keer. (lett. gevallen bloesems gaan niet terug naar de tak, en een gebroken spiegel kan men niet meer laten glanzen)