臭い kusai
1 stinkend; vies ruikend; onwelriekend
2 verdacht; er zit een luchtje aan (fig.)
臭い飯を食う
in de gevangenis zitten
in de gevangenis zitten
3 klunzig; stuntelig; onbeholpen
Spreekwoord(en)/gezegde(s)
臭い物に蓋
Je moet de vuile was niet buiten hangen. (lett, doe een deksel op wat stinkt)
Je moet de vuile was niet buiten hangen. (lett, doe een deksel op wat stinkt)
臭い者見知らず
Men kent zijn eigen zwakheden niet. (lett. een stinkende persoon weet niet dat hij stinkt)
Men kent zijn eigen zwakheden niet. (lett. een stinkende persoon weet niet dat hij stinkt)