悔いる kuiru
1 betreuren; spijt [berouw] hebben (van)
Spreekwoord(en)/gezegde(s)
今さら悔いても始まらない。
Gedane zaken nemen geen keer. (lett. zelfs als je er nu spijt van hebt, heeft het geen zin)
Gedane zaken nemen geen keer. (lett. zelfs als je er nu spijt van hebt, heeft het geen zin)