くび(頸) kubi
1 nek (ook fig.)
首をかける
zijn nek uitsteken (risico nemen)
首を括る
zich ophangen; zich verhangen
2 hoofd
首を振る
het hoofd schudden
3 hals (van een fles, e.d.)
4 ontslag
首が飛ぶ
zijn baan verliezen; ontslagen worden; eruit vliegen