安逸あんいつ(安佚) an'itsu
1 op je gemak zijn; ontspannen zijn
安逸な
gemakkelijk; ontspannen
2 het nietsdoen; het luieren; luiheid; gemakzuchtigheid
安逸な
lui; gemakzuchtig; laks
安逸な日を送る
de dag doorbrengen met nietsdoen
安逸をむさぼる
een lui leventje lijden

Spreekwoord(en)/gezegde(s)
人は苦難の中では磨かれるが、安逸の中では堕落していく
Men wordt door problemen wijzer, maar aan gemakzucht gaat men ten onder.