一斑 ippan
1 een klein deel (van het geheel)
2 een vlek; spikkel
Spreekwoord(en)/gezegde(s)
一斑を見て全豹を卜す
Door een deel te zien het geheel kennen. (lett. door een vlek te zien, het hele luipaard herkennen)
Door een deel te zien het geheel kennen. (lett. door een vlek te zien, het hele luipaard herkennen)