撥ね飛ばす hanetobasu
1 wegdrijven; wegvegen; omvergooien; omknikkeren; tegen de grond kwakken
彼は泥棒の襟えりをつかんではね飛ばした。
Hij greep de dief bij de kraag en gooide hem op de grond.
Hij greep de dief bij de kraag en gooide hem op de grond.
車にはねとばされる
aangereden worden door een auto
aangereden worden door een auto