gu
1 gereedschap; werktuig; hulpmiddel; uitrusting
家具
meubels
2 middel; methode; maatregel
3 (belangrijkste) ingrediënt (bij het koken van een gerecht)
具のないスープ
een soep zonder toevoegingen
4 pigment bij het (helder) maken van porselein
5 echtgenoot; echtgenote; partner; medespeler; tegenspeler
6 telwoord voor uitrustingen; gebruiksvoorwerpen, meubels, e.d.