相識そうしき sōshiki
1 een kennis; een bekende; iem. die men goed kent
私と彼が知り合う前から、私の父と彼の父は相識の間柄だった。
Mijn vader en zijn vader kenden elkaar al voordat ik hem leerde kennen.
相識の間柄
iem. goed kennen; bekenden zijn van elkaar