退ける(除ける) nokeru
1 verwijderen; verplaatsen
石を退ける
een steen verplaatsen
押し退ける
opzij duwen
2 uitsluiten; wegnemen; weglaten
虫の食った豆は退けておく。
De bonen waar insecten van gegeten hebben haal ik weg.
...を除いて
behalve ...; buiten; exclusief
3 (achter een ww. in de -te vorm) lukken; kans zien (om); (iets moeilijks) klaarspelen
困難な仕事をみごとにやって退けた。
Hij heeft dat moeilijke werk fantastisch goed gedaan.