Kruisverwijzing
roos
lemma | meaning |
---|---|
aburimono-炙り物 | etenswaar (zoals vis, vlees) geroosterd boven een vuur |
aburu-炙る | grillen; roosteren; (aan)bakken |
ageita-上げ板 | houten afdruipplaat [roosterplaat] (op badkamervloer, of op het aanrecht in de keuken) |
amaguri-甘栗 | (geroosterde) tamme kastanjes |
ami-網 | net; gaas; (grill)rooster |
amiyaki-網焼き | het grillen op een rooster van gaas |
antan-暗澹 | zwaarmoedig; mistroostig; droefgeestig |
an'i-安慰 | een geruststelling en troost |
an'isuru-安慰する | iem. geruststellen en troosten |
aoi-葵 | (plant) malve; kaasjeskruid; stokroos |
baa-ばあ | (onomatopee) troostend geluid (voor een kind) |
baisen-焙煎 | het branden, roosteren (b.v. van koffie) |
bara-薔薇 | roos (bloem) |
būbī-ブービー | poedelprijs; troostprijs (voor de één na laatste plaats) |
būbīshō-ブービー賞 | poedelprijs; troostprijs (voor de één na laatste plaats) |
chāshū-チャーシュー | Char siu (Chinees gerecht van geroosterd varkensvlees) |
chobo-点 | punt; stip; schot in de roos |
doryokusuru-努力する | zich inspannen; pogen; hard werken; zich moeite getroosten |
funanori-船乗り | zeeman: matroos |
fushinsuru-腐心する | zijn uiterste best doen; alle moeite doen; zich veel inspanningen getroosten |
guriddo-グリッド | rooster; raster; net; netwerk |
guriru-グリル | (vlees)rooster |
guriru-グリル | geroosterd gerecht |
gurūmī-グルーミー | somber; mistroostig; naargeestig; zwaarmoedig; duister |
hamanasu-浜梨 | Japanse roos (Rosa rugosa) |
hanagusuri-鼻薬 | snoep dat men geeft aan een kind om het te troosten [rustig te krijgen] |
hinageshi-雛罌粟 | de grote [gewone] klaproos (Papaver rhoeas) |
hitoko-火床 | (vuur)haard; rooster; stookplaats |
hiyowa-ひ弱 | zwakte; fragiliteit; broosheid |
hiyowai-ひ弱い | zwak; broos; teer; ziekelijk |
hizara-火皿 | haardrooster |
hōjicha-焙じ茶 | geroosterde (groene) thee |
hōjiru-焙じる | roosteren |
i-慰 | (in kanji combinaties) troost; bemoediging; zorg; medeleven |
ianfu-慰安婦 | troostmeisje(s) |
ichiranhyō-一覧表 | tabel; lijst; rooster; schema |
inkikusai-陰気臭い | somber; mistroostig; donker; droefgeestig |
in'in-陰陰 | eenzaam; verlaten; troosteloos |
in'utsu-陰鬱 | somberheid; troosteloosheid |
iru-煎る | bakken; roosteren; grillen |
isha-慰藉 | troost; vertroosting |
ishiyakiimo-石焼き芋 | zoete aardappel geroosterd [gepoft] op hete stenen |
janome-蛇の目 | (lett.: slangenoog) symbool van een omcirkelde stip; roos (van een schietschijf) |
jikanwari-時間割 | rooster; tijdschema; dienstregeling |
jinmashin-蕁麻疹 | netelroos; urticaria |
jūgun'ianfu-従軍慰安婦 | troostmeisje (als prostituee gebruikte gevangene van de Japanse bezetters in WO II) |
kaiin-海員 | zeeman; matroos |
kanpai-乾杯 | een toost; proost! |
kenpai-献杯 | het een toost uitbrengen; proosten |
keshi-芥子 | papaver; klaproos |
kinboshi-金星 | gouden ster; roos (van een schietschijf) |
kiritanpo-切りたんぽ | Japans gerecht van fijngestampte rijstcilinders op (cederhouten) stokjes geroosterd boven een vuur |
kogashi-焦がし | rijstemeel; gerstemeel (van geroosterd en gemalen rijst of gerst) |
kogasu-焦がす | roosteren; (ver)schroeien |
kōshi-格子 | traliewerk; rooster; trellis |
kōshi-格子 | (afk. voor) traliedeur; roosterdeur |
kōshido-格子戸 | traliedeur; roosterdeur |
kuroboshi-黒星 | zwarte vlek; roos (van schietschijf) |
kyōan-教案 | lesplan; lesrooster |
madorosu-マドロス | matroos; zeeman |
marinā-マリナー | zeeman; zeevaarder; matroos |
maruyaki-丸焼き | voedsel in z'n geheel braden [roosteren] |
maruyaki-丸焼き | vlees dat in z'n geheel gebraden [geroosterd] is (b.v. een hele varken of kalkoen) |
matsubabotan-松葉牡丹 | mosroos; zonroos; portulakroosje (Portulaca grandiflora) |
matsukasaika-松毬烏賊 | inktvis ingesneden met vierkante inkepingen en dan geroosterd |
messhu-メッシュ | gaas; rooster; traliewerk |
mochiami-餅網 | rooster voor het grillen van rijst cakes (mochi) |
monosabiru-物寂びる | zich verlaten [eenzaam; verwaarloosd; troosteloos] voelen |
monosabishii-物寂しい | eenzaam; verlaten; troosteloos |
mugicha-麦茶 | (geroosterde) gerstthee |
nagusameru-慰める | troosten; opbeuren |
namidakin-涙金 | smartegeld; vergoeding [compensatie]; een kleine som geld gegeven uit medelijden [als troost] (b.v. na een breuk in een relatie) |
nenashigusa-根無し草 | eendenkroos (waterplant, Lemna) |
nittei-日程 | agenda; dagplanning; rooster; tijdschema; dagelijkse routine |
nyū・dīru-ニュー・ディール | reeks economische maatregelen van de Amerikaanse president F. Roosevelt om de Grote Depressie van 1929 te overwinnen |
onigiri-お握り | onigiri, een rijstbal (rond of driehoekig), vaak gevuld en met een stuk nori (geroosterde zeewier) eromheen gevouwen |
popī-ポピー | klaproos |
rōsu-ロース | (Eng. roast) braadstuk; een stuk geroosterd vlees; (mager) vlees dat geschikt is om te roosteren [grillen] |
rōsuhamu-ロースハム | geroosterde ham |
rōsutā-ロースター | dienstrooster; werkschema |
rōsuto-ロースト | roosteren; grillen |
rosutoru-ロストル | rooster (ijzeren raamwerk) |
sagyōkeikakuhyō-作業計画表 | werkplan; werkschema; werkrooster |
sashikuru-差し繰る | aanpassen van een rooster, schema of tijd, zodat het je goed uit komt |
seikoku-正鵠 | doelwit; roos; mikpunt |
sen-煎 | (in kanji combinaties) roosteren; grillen |
shinmiri-しんみり | somber; troosteloos; gedeprimeerd |
suihei-水兵 | matroos; zeeman |
sukejūru-スケジュール | schema; rooster; programma |
taijōhōshin-帯状疱疹 | herpes zoster; gordelroos |
taimu・sukejūru-タイム・スケジュール | tijdschema; rooster; dienstregeling |
tōsuto-トースト | toast (geroosterd brood) |
ukikusa-浮き草 | veelworteling kroos (Spirodela polyrhiza) |
uneriguji-うねり串 | een draaispit [pin] om vis te roosteren |
unerigushi-うねり串 | een draaispit [pin] om vis te roosteren |
unmu-雲霧 | sombere gevoelens; mistroostigheid |
wabishii-侘しい | verdrietig; triest; troosteloos; somber; pijnlijk |
yakeru-焼ける | afbranden; verbrand [gebakken; geroosterd] worden |
yaki-焼き | het bakken; grillen; roosteren; braden |
yakiami-焼き網 | een grill-gaasrooster (voor vis, etc.) |
yakibuta-焼き豚 | gegrild [geroosterd] varkensvlees |
yakidōfu-焼き豆腐 | gegrilde [geroosterde] tofu [tahoe] |
yakigome-焼き米 | geroosterde rijst |
yakiimo-焼き芋 | geroosterde [gepofte] zoete aardappel |
yakinori-焼き海苔 | geroosterde zeewier |
yakishio-焼き塩 | geroosterd zout |
yakitori-焼き鳥 | spiesjes met geroosterde kipblokjes |
yotei-予定 | plan; programma; schema; rooster |
yowayowashii-弱弱しい | zwak; kwetsbaar; broos |
zannenshō-残念賞 | troostprijs |
zeijaku-脆弱 | zwakheid; breekbaarheid; broosheid |
zuboshi-図星 | doelwit; roos (middelpunt van een schietschijf) |