knop
1ボタン; スイッ [drukknop; schakelaar]
2ダイヤル [draaiknop]
3つまみ (摘み) [handvat]
4芽; 蕾 [bladknop; bloemknop]
Kruisverwijzing
knop
lemma | meaning |
---|---|
botan-ボタン | (druk)knop |
channeru-チャンネル | knop waarmee je een tv- of radio kanaal selecteert |
chōga-頂芽 | eindknop; apicale knop (het primaire, dominante, groeipunt is aan de punt van de stengel of tak van de plant) |
daburu-ダブル | (jas) met twee rijen knopen |
daiaru-ダイアル | wijzerplaat; kiesschijf; afstemknop |
daidan'en-大団円 | ontknoping; afloop; einde; slot (van een verhaal) |
daiyaru-ダイヤル | wijzerplaat; kiesschijf; afstemknop |
dengen-電源 | elektriciteitsbron; stroombron; elektrische voeding; aan-uitknop |
ekiga-腋芽 | okselknop; laterale knop (bevindt zich op de kruising van het blad en de stengel van een plant) |
fushi-節 | gewricht; knokkel; knop; knoest; node |
gibōshu-擬宝珠 | decoratieve knop op de balustrade van een brug |
hādoboirudo-ハードボイルド | (Amerikaans) literair genre (realistische beknopte stijl, zoals van Hemingway) |
hijōbotan-非常ボタン | noodknop |
hikite-引き手 | knop; hendel; handvat |
hookaburisuru-頬被りする | een doek om je hoofd knopen |
igunisshon-イグニッション | (in een auto) ontsteking; contactknop |
inugaya-犬榧 | Japanse knoptaxus (Cephalotaxus harringtonia) |
kaga-夏芽 | zomerknoppen (bloem- of bladknoppen die aan planten en bomen groeien in de zomer, en dan later in het jaar uitkomen) |
kaishibotan-開始ボタン | startknop |
kanmei-簡明 | beknoptheid; bondigheid |
katamae-片前 | (jas) met één rij knopen |
kinome-木の芽 | bladknop (aan boom) |
kishōtenketsu-起承転結 | structuur van klassieke (Chinese) poëzie met introductie (ki), ontwikkeling (shō), wending (ten) en ontknoping (ketsu) |
kōgai-梗概 | beknopte beschrijving; overzicht; samenvatting |
konome-木の芽 | bladknop (aan boom) |
kubikukuri-首縊り | het zich(zelf) ophangen [verhangen; opknopen] |
kubitsuri-首吊り | het zich(zelf) ophangen [verhangen; opknopen] |
makitsukeru-巻き付ける | winden; draaien; knopen; vastbinden |
me-芽 | spruit; kiem; knop |
mononome-物の芽 | de bloemknoppen die in de lente uitkomen |
mukago-零余子 | broedknop; propagule (plantaardig materiaal) |
murisandan-無理算段 | het de eindjes aan elkaar knopen; het bij elkaar scharrelen (van geld) |
murisandansuru-無理算段する | de eindjes aan elkaar knopen; geld bij elkaar scharrelen [schrapen] |
musubitsukeru-結びつける | vastbinden; aan elkaar knopen |
natsume-夏芽 | bloem- of bladknoppen die aan planten en bomen groeien in de zomer, en dan later in het jaar uitkomen; zomerknoppen |
nobu-ノブ | knop; handvat |
nukago-零余子 | broedknop (een vorm van ongeslachtelijke voortplanting bij planten) |
puruōbā-プルオーバー | trui (zonder knopen of rits, die over het hoofd aangetrokken wordt) |
pusshu・botan・wō-プッシュ・ボタン・ウォー | automatische oorlogvoering; oorlogsvoering op afstand (door afvuren van wapens met een druk op de knop) |
ryōmae-両前 | (jas) met twee rijen knopen |
shibori-絞り | het knoopverven (samenknopen van stof en dan zo verven) |
shifuto-シフト | Shift-knop (toetsenbord computer) |
shinguru-シングル | (jas) met één rij knopen |
sokuga-側芽 | laterale knop; okselknop (bevindt zich op de kruising van het blad en de stengel van een plant) |
sonohigurashi-其の日暮らし | een onzeker [sober] bestaan leiden; (financieel) de eindjes aan elkaar knopen; van dag tot dag leven; het leven nemen zoals het komt |
sutoppu-ストップ | registerknop (orgel) |
taibi-大尾 | einde; slot(stuk); ontknoping |
tegakari-手がかり | hint; aanwijzing; aanknopingspunt |
tekishin-摘心 | het dieven [weghalen] van takken [knoppen] van een plant (om de groei van vruchten te bevorderen) |
temijika-手短 | kortheid; beknoptheid |
tōga-冬芽 | bloem- of (blad)knoppen die gedurende de late zomer tot aan de herfst onstaan, de winter in dormante staat doorbrengen, om uiteindelijk in de lente op |
totte-取っ手 | handgreep; handvat; kruk; knop |
tsubomi-蕾 | knop (van een plant) |
tsumami-摘み | (druk)knop; handvat; schakelaar |
uchichigaeru-打ち違える | draden kruisen (breien, knopen, e.d.) |
wakame-若芽 | jonge spruit [loot]; jonge knop |
wan・tatchi-ワン・タッチ | één aanraking; (met) één druk op de knop |
yuwaetsukeru-結わえ付ける | (vast)binden; vastknopen; vastmaken |