akubi-悪日 | een ongeluksdag; een kwade [slechte] dag; een dag met slechte voortekenen |
akunichi-悪日 | een ongeluksdag; een kwade [slechte] dag; een dag met slechte voortekenen |
akusō-悪相 | een slecht [kwaad] voorteken [voorgevoel] |
an'ei-暗影 | een slecht voorteken |
chōkō-兆候 | voorteken; omen; voorbode; indicatie; verwachting |
engi-縁起 | voorteken; voorbode |
fukitsu-不吉 | ongeluk; pech; slecht voorteken |
fushō-不祥 | pech; slecht voorteken |
genpu-玄符 | gunstig voorteken (in de hemel) |
hasshō-発祥 | een gunstig voorteken (tijdens de troonbestijging van een keizer) |
kichinichi-吉日 | een geluksdag; een goede dag; een dag met goede voortekenen |
kitchō-吉兆 | goed [gunstig] voorteken |
kizui-奇瑞 | een gunstig voorteken |
kyōchō-凶兆 | een slecht voorteken |
maebure-前触れ | voorteken; omen; voorbode |
maejirase-前知らせ | voorkennis; voorteken(en) |
saisaki-幸先 | voorteken; omen; voorbode |
shinopia-シノピア | sinopia (voortekening in houtskool van een frescoschildering) |
zenpyō-前表 | voorteken; voorgevoel; voorbode |
zuichō-瑞兆 | een goed voorteken |
zuiki-瑞気 | een goed voorteken |
zuishō-瑞祥 | een goed voorteken |
zuisō-瑞相 | een goed (gunstig) voorteken [omen] |