権力 kenryoku
1 macht; gezag; invloed
怒った人民は王からすべての権力を奪ってしまった。
Het boze volk ontnam de koning al zijn macht.
Het boze volk ontnam de koning al zijn macht.
その男は権力を得るために多額の金を使った。
Die man heeft veel geld uitgegeven om aan de macht te komen.
Die man heeft veel geld uitgegeven om aan de macht te komen.
権力のある
machtig; invloedrijk; gezaghebbend
machtig; invloedrijk; gezaghebbend
権力の座につく
aan de macht komen
aan de macht komen
権力を振るう
zijn gezag handhaven; de macht uitoefenen
zijn gezag handhaven; de macht uitoefenen
権力を行使する
de macht uitoefenen
de macht uitoefenen