邪念 janen
1 slechte bedoeling(en) [gedachten]; kwade geest
小さい子供が邪念の全くない顔でコップを落として割った。
Een klein kind liet met een onschuldig gezicht een kopje kapot vallen.
Een klein kind liet met een onschuldig gezicht een kopje kapot vallen.
邪念がない
geen kwade bedoelingen hebben; onschuldig zijn
geen kwade bedoelingen hebben; onschuldig zijn
邪念を抱く
kwade bedoelingen hebben
kwade bedoelingen hebben
2 zinloze [wereldse; profane; onzedelijke] gedachten [gevoelens]
邪念が次から次へと浮かんで瞑想が上手く出来ない。
Met al die profane gedachten in mijn hoofd kan ik niet goed mediteren.
Met al die profane gedachten in mijn hoofd kan ik niet goed mediteren.
邪念を去る
onzedelijke gedachten uitbannen
onzedelijke gedachten uitbannen
邪念を払う
alle zinloze gedachten uit je hoofd zetten
alle zinloze gedachten uit je hoofd zetten